Willem Fermont

Grijzegrubben 94   6361 GN Nuth

info@willemfermont.nl

045-5244754



Einstein’s jaarringen


Willem Fermont


Ik worstel mijn hele leven met het begrip tijd. Als geoloog, als paleontoloog, als museummens, als kunstenaar, als mens, vader, zoon, grootvader en kleinkind.

Augustinus hakte de tijd in oneindig kleine moten, Newton en Leibniz vonden de toestandsvergelijking en legden de basis voor de moderne wis- en natuurkunde, Einstein maakte de tijd krom en de Zuidamerikaanse Aymara- Indianen, maken scherp onderscheid tussen wat binnen en buiten hun gezichtskring ligt. De ongeziene toekomst plaatsen ze in de zichtbare ruimte vóór, en het zichtbare heden en verleden in de onzichtbare ruimte achter hen. En er is nog veel meer onbegrijpelijks.


In 2006 viel het definitieve besluit. Na een leven vol getob kwam ik tot een helder inzicht. Tijd bestaat niet! Zonder tijd is het leven een stuk eenvoudiger. Tijd is een illusie van de mens. Een mooie illusie. Van gestolde gebeurtenissen maken we een lopende geschiedenis. Maar als tijd slechts een illusie is, kun je er naar believen gebruik van maken. Een tijdsinterval bestaat dank zij het geheugen. Zonder geheugen weten we niets van wat passé is. Een tijdsinterval is een mentale constructie. Niet meer! Van jaarringen maken we tijdsintervallen dank zij mentale constructies. Een boom protesteert niet.




In oktober 2006 ontwierp ik een boom. De boom was binnenste buiten gekeerd. De jaarringen van mijn boom groeiden naar binnen. Hij wordt jonger naarmate hij dikker wordt. De tijd in omgekeerde volgorde. Ik noemde het project “Einstein’s Jaarringen. Einstein relativeerde tijd. Dat was een forse stap in de goede richting. Maar onhoudbaar. Tijd bestaat niet als fysieke grootheid. Mijn boom was recht en krom. Dat benadert de werkelijkheid veel beter. Ik wachtte op een geschikte boom. Ik ben goed in wachten. Tijd bestaat immers niet!


Op 18 januari 2007 raasde een storm door Nederland. Het was een zware storm. Stormen zijn dè momenten waarop veel bomen het voor gezien houden. Op de Houwnasweg in Grijzegrubben stond een dikke populier. Aan de voet mat hij ruim anderhalve meter. De populier was ouder dan ik, van voor de tweede wereldoorlog. Lang niet gek voor een populier. De stronk bleef staan. Hij staat er nog steeds, honderd meter verderop. Dood of niet, binnen een jaar groeiden er 50 nieuwe scheuten uit de oude stronk. Hoe oud zijn die dan?



Het lot was de gevallen boom ongunstig gezind. Hij lag dwars over de Houwnasweg. Geen hond kon er langs. Obstructie dus. Op last van de gemeente Nuth voerde een loonwerker de boom af. Bestemming groene stroom voor 1 € per ton. Ik greep in. Het lot kreeg een onvoorziene wending. De stam belandde niet veel verder bij boerderij “In het Höfke”. In Grijzegrubben, pal voor mijn deur. Op twee voorwaarden: Een fooi voor de chauffeur die hem afleverde, en nooit bellen om hem maar weer op te halen als het mes in het varken zou blijven steken. Ik ging aan de slag. Kappen, slepen, zagen, slepen, afvlakken, slepen, schuren, slepen, polijsten slepen, impregneren, slepen, aflakken, slepen, expositie, slapen. Vrienden die hielpen kregen rugklachten, de aanhangwagen zakte door de as. Met dank aan allen die hielpen Schuldgevoelens zijn tijdloos. Mijn dank ook. Mijn aftandse aanhangwagen zakte ook door een wiel. Een gloednieuwe aanhanger werd prompt gestolen.


Einstein’s jaarringen is een monumentale geheugensteun voor het tijdloze tijdperk. De tijd staat stil. Tijd bestaat niet. Nu gaat het project zijn eigen weg. “Time flies away”. Einstein's Jaarringen spotten met de dood. Nu, ruim drie jaar later, vecht nog steeds een eenzame paddenstoel, het mycelium diep begraven in het hout, tegen de dood. Elke paar maanden komt, ondanks drogen, verf, componentlak en conserveermiddelen op onverwachte plaatsen een prachtige "champignon" uit het hout, groeit, bloeit en vervalt.



Einstein's Jaarringen zijn een zwerftocht begonnen.


Ik zie wel wat er verder gebeurt. Ik heb geen zeggenschap over de toekomst. Onderweg zijn is een groot raadsel, groter dan het verschijnsel tijd. Het eerste bestaat wel, het tweede niet. Een kunstenaar wil vaak iets uitdragen. Ik niet. Als het over tijd gaat ben ik sprakeloos. Die verwondering wil ik delen.